Take A Way is een initiatief waarbij bewoners uit de Tarwewijk in Rotterdam en ongedocumenteerden op een creatieve, culinaire en sociale manier met elkaar in contact komen. Araby is een van deze ongedocumenteerden. Hij komt uit Tsjaad, waaruit hij op zijn veertiende vluchtte voor het regime. Hij is nu 24 jaar en heeft nog steeds geen vluchtelingenstatus in Nederland. Groepsgewijs organiseert Araby activiteiten voor mensen uit de wijk en ontmoet hij nieuwe mensen. Binnenkort gaat de groep aan de slag met een Barista project, op zoek naar een nieuwe koffieblend en bijbehorende huisstijl.

“Ik heb de mensen van Take A Way ongeveer twee jaar geleden ontmoet, in Amsterdam. Ze bekommerden zich om mij en we spraken over mijn situatie, mijn thuisland en mijn gezondheid. Sindsdien werk ik mee met Take A Way, nu in Rotterdam. Het leven als ongedocumenteerde is enorm stressvol en eenzaam. Daarom is het belangrijk dat er een mogelijkheid is om iets van een sociaal netwerk op te bouwen. Of gewoon even een gesprek te kunnen hebben met iemand. Dat menselijke contact is belangrijk en maakt je mentaal weerbaarder.

Samen organiseren we bijeenkomsten, zijn wij bezig met het ontwerpen van voorwerpen en proeven we eten en koffie uit verschillende culturen. Het maken van dingen geeft me rust en plezier. De laatste groep met wie we hebben gegeten was met ongeveer tien mensen in ook_huis in de Tarwewijk. Dat is een mooie basis omdat we daarmee weer ook andere mensen bereiken. Ik moet me wel vaak verplaatsen, onlangs nog vrij abrupt van AZC Den Haag naar Hoogeveen. Vanwege deze zware omstandigheden is de Take A Way groep altijd in beweging en zijn er veel onzekerheden. De naam Take A Way weerspiegelt dit ook: Vind je weg.

Op dit moment heb ik geen dromen. Ik kan ook geen dromen hebben, want ik ben nog steeds aan het overleven. Hier zijn, dat is alles wat ik kan doen. Als je nergens je thuis hebt, kun je nog niet bouwen aan een toekomst. Het is te onzeker allemaal. Hopelijk komt er snel een betere tijd aan voor mij. Dan kan ik ook dromen hebben.

Ik heb een activistenpagina op Facebook om mensen te vertellen over de situatie in Tsjaad. Omdat er geen persvrijheid is, hebben mensen daar geen idee wat er allemaal gebeurt en wat de situatie is in hun eigen land. Dus delen mensen zoals ik dat nieuws: eigenlijk zijn we de enige echte krant op die manier. Het maakt wel dat het voor mij onmogelijk is om terug te gaan. Ik zou onmiddellijk gevangen worden gezet of erger. De overheid komt overal mee weg en trekt zich nergens wat van aan. Mijn moeder en zussen zijn nog in Tsjaad, dus ik wil vechten voor ze: maar ik denk niet dat er veel gaat veranderen.

Ruim 70% van de mensen in Tsjaad heeft nooit enige vorm van onderwijs gehad. Dat maakt het ontzettend moeilijk om mensen te bereiken en iets te veranderen. Ook zijn er verschillende stammen die met elkaar vechten. Toch blijf ik geloven in vrijheid en democratie. Dat zit diep in mij. In Tsjaad kun je daarvoor al in de gevangenis belanden. Er is geen gerechtigheid, geen justitieel systeem.

In Nederland voel ik me veiliger, maar ervaar ik wel veel meer stress. In Afrika was dat precies andersom. Ik moet hier wachten, wachten, wachten, zonder dat ik iets kan doen. Je zit in een soort tussenland. Daarom is het belangrijk dat er groepen zijn zoals Take A Way, die zich het lot aantrekken van mensen zoals ik. Ik zou niet weten wat ik zonder dat zou moeten. Het geeft me hoop.”

Op de foto bovenin zie je Jiske van Schot Koffie aan het werk. Zij maken het Barista project mogelijk.