Fahima Popal is voorzitter van Vrouwen van Weesp, opgericht door en voor vrouwen. De organisatie biedt groepslessen en activiteiten aan vrouwen van allerlei nationaliteiten.

“Vijfentwintig jaar geleden ben ik gevlucht uit Afghanistan, toen de Taliban voor het eerst aan de macht kwam. Ik was afgestudeerd en gepromoveerd als geschiedkundige in Moskou en kwam terug in mijn land, dat in korte tijd compleet was veranderd. Alle rechten waren ons ontnomen. We mochten de straat niet op, je kon niks bezitten als vrouw. Ik was compleet in shock. Vrouwen waren als gevangenen. Vrijheid bestond niet meer.

In het geheim sloot ik me aan bij een activistische vrouwenbeweging. Maar het werd te gevaarlijk en uiteindelijk ben ik gevlucht naar Nederland. Ik had als jonge, hoogopgeleide vrouw geen leven meer in Afghanistan. En nu beleef ik de frustratie en het verdriet opnieuw: weer worden langzaam maar zeker de rechten van Afghaanse vrouwen ingeperkt. De hele gemeenschap hier maakt zich enorme zorgen, want veel hebben nog familie in Afghanistan en de toekomst is uitermate onzeker.

Voor mijn gevoel zijn we niets opgeschoten de afgelopen decennia. Meisjes en vrouwen zitten thuis. Ze mogen niet naar school, niet werken, moeten volledig gesluierd naar buiten. Weer zijn de vrouwen vogelvrij in Afghanistan. Ik voel me soms enorm machteloos hier.

Toch doe ik wat ik kan. Samen met andere vrouwen hebben we Vrouwen van Weesp opgericht. Een organisatie met als doel om de participatie, emancipatie en integratie van vluchtelingenvrouwen te bevorderen in Nederland. Op Internationale Vrouwendag hebben we veel aandacht besteedt aan de situatie in Afghanistan en om steun gevraagd aan de gemeenschap. Met dat geld kunnen we daar vrouwen helpen om hun kinderen naar school te laten gaan.

Verder organiseren we hier in Weesp het project ‘Bewegen voor vrouwen’, mede dankzij een donatie van Wijdoenmee. Vrouwen van verschillende nationaliteiten gaven bij ons aan dat ze graag wilden sporten en bewegen. Maar van hun man krijgen ze geen toestemming om naar een openbare plek zoals een sportschool te gaan. Daarom organiseren we twee keer in de week een beweegmoment voor deze vrouwen, waarin ze kunnen sporten, wandelen of hardlopen.

Het is een groot succes, want het haalt de vrouwen uit hun isolement, ze leggen onderling contact en het is goed voor hun gezondheid. De glimlach op hun gezichten doet mij goed. Toen ik net in Nederland was, voelde ik me vaak verloren: je kent de taal niet, je kent de weg niet. Daarom wilde ik deze organisatie graag oprichten. Als je ergens onbekend bent, heb je een plek nodig waar je een klein beetje ‘thuis’ bent.

Ik durf niet te voorspellen wat er in Afghanistan gaat gebeuren. Ik kan alleen hopen dat meisjes en vrouwen daar hun rechten weer terugkrijgen en de vrijheid om te doen wat ze willen. Dát zou een ideale toekomst zijn.”


Tijdens de Internationale Vrouwendag op 8 maart.


Vrouwen in beweging tijdens het sportuurtje.